Het hydraulische systeem: |
|
|
Verversen en ontluchten: |
|
|
|
Benodigdheden, voorbereiding en algemene tips
|
Benodigdheden
Voor het verversen en ontluchten heeft u in elk geval de volgende attributen nodig:
- Een doorzichtig slangetje van ongeveer 30 á 40 centimeter lengte (2 maal).
- Een open ringsleutel 3/8 inch of 10/11 mm (gebruik nooit een steeksleutel op de ontluchtingsnippels).
- Een glazen potje om de hydraulische vloeistof in op te vangen.
- 3 á 4 liter Castrol RR363. Voor auto's vanaf chassisnummer 50.001 3 á 4 liter LHM minerale olie.
Voorbereiding
Voordat u aan de slag gaat met verversen en/of ontluchten, kunt u zich als volgt voorbereiden.
- Zet de auto op de parkeerrem.
- Verwijder in het zekeringkastje het “Gearshift cut-out” relais door het voorzichtig van de printplaat te trekken. De elektrische bediening van de versnellingsbak is nu uitgeschakeld. Hiermee voorkomt u dat de wagen per ongeluk in een versnelling wordt gezet tijdens de gehele procedure als de motor voor het op druk brengen van het hydraulische systeem moet draaien.
- Voer een algemene controle uit op de reservedruk van de systemen 1 en 2.
De algemene controle van de reservedruk van systeem 1 en systeem 2 voert u als volgt uit:
- Test of alle controlelampen oplichten volgens de methode op de pagina "de controlelampen" en vervang en/of repareer indien nodig de controlelampen die niet oplichten.
- Start de motor en laat deze ongeveer 4 minuten met een verhoogd toerental lopen (+/- 800 r.p.m). In die tijd ontstaat er voldoende werkdruk in het hydraulisch systeem.
- Stop de motor en trap het rempedaal meerdere malen geheel in totdat het remdrukcontrolelampje van systeem 1 en/of 2 gaat branden (tel en noteer het aantal slagen).
- Trap het rempedaal wederom meerdere malen geheel in (aantal slagen doortellen) totdat beide controlelampjes van de remdruk branden (onthoud of noteer het aantal getelde slagen).
- Het rempedaal moet minimaal 50 maal ingetrapt kunnen worden voordat het eerste van de remdrukcontrolelampjes van systeem 1 en/of systeem 2 gaat branden. Is dit niet het geval, dan moet het systeem worden nagekeken. De meest waarschijnlijke oorzaak (indien er zich geen lekkages voordoen) is een gehele of gedeeltelijke afname van de druk in één of beide drukbollen van de accumulatoren of het blijven “hangen” van één of beide kleppen in het kleppenhuis van de accumulator. In elk van deze gevallen moet de desbetreffende accumulator worden nagekeken en eventueel worden gereviseerd.
Een aantal algemene tips
- Zorg ervoor dat er geen hydraulische vloeistof op de huid, ogen, lak, leer, houtwerk en banden terecht komt tijdens de uit te voeren werkzaamheden. Maak gebruik van een veiligheidsbril en plastic handschoenen en dek voor de zekerheid het linker spatbord af tijdens het bijvullen.
- Controleer tijdens de gehele doorspoelprocedure constant het vloeistofpeil in de beide compartimenten van het vloeistofreservoir en vul deze zonodig bij tot het maximale aangegeven niveau. Het vloeistofniveau mag zich onder geen beding onder het minimale aangegeven peil bevinden, want daardoor ontstaat de kans dat er lucht in het systeem wordt aangezogen.
- Het rempedaal moet tijdens de ontluchtingsprocedure van de beide hoge-druk remsystemen geheel ingetrapt worden. Men kan hiervoor hulpmiddelen gebruiken in de vorm van een instelbare stang die in de lengterichting tussen het stuur en het rempedaal ingeklemd kan worden.
- Mochten de ontluchtingsnippels niet spontaan los komen, spuit ze dan van tevoren in met kruipolie, plaats de open ringsleutel op de ontluchtingsnippel en tik met een klein hamertje op de sleutel (laten “schrikken”). Verhitten en snel afkoelen van de nippels is aan te raden als ze na de voorgaande procedure niet los willen komen. Let op brandgevaar! Houd altijd een brandblusser achter de hand.
Een gemonteerde ontluchtingsnippel.
Een gedemonteerde ontluchtingsnippel.
- Draai de ontluchtingsnippels altijd langzaam open om “schuimen” van de remvloeistof tegen te gaan. Dit voorkomt eveneens het spontaan inkomen van de remdrukbegrenzer.
- Controleer tijdens het ontluchten de helderheid van de remvloeistof en spoel het systeem door totdat er zich geen verontreiniging meer in de remvloeistof bevindt.
- De remleidingen zijn van staal en zullen dus kunnen roesten. Controleer bij roest extra op lekkages. Verwijder eventueel aangebrachte tectyl van de leidingen en ontluchtingsnippels. Er kan zich vocht tussen de leiding en de aangebrachte laag tectyl bevinden waardoor de kans op roest aanzienlijk wordt vergroot. Moet u overgaan tot vervanging van leidingen, gebruik dan alleen stalen of koper-nikkel leidingen (nooit alleen koper) in verband met de hoge vloeistofdrukken. Maak tijdens het vervaardigen van nieuwe leidingen altijd “double-flair” kragen aan de uiteinden van de leidingen.
Op deze foto zijn de stalen remleidingen vervangen door koper-nikkel-leidingen.
- Vervang de flexibele remleidingen om de 8 jaar en controleer ze op gebreken. Leidingen met bolvormige uitspattingen zijn verdacht en duiden op een te hoge druk in de leidingen, waarschijnlijk veroorzaakt door verstoppingen.
- Castrol RR 363 trekt vocht aan. Hierdoor zal de kwaliteit van de vloeistof sterk afnemen waardoor de remcapaciteit afneemt. Vervang de vloeistof dan ook om de 2 á 3 jaar. Minerale olie heeft hier geen of beduidend minder last van maar ook deze vloeistof moet om de 2 á 3 jaar worden gewisseld om de kwaliteit van de hydraulische vloeistof te kunnen blijven garanderen.
- Gebruik op Silver Shadow modellen met een lager chassisnummer dan 50.001 alléén Castrol RR363, geen DOT 3, 4 of andere remvloeistoffen. Castrol RR363 bevat een smeermiddel ten behoeve van de remdrukpompen. Andere dan Castrol RR363 vloeistoffen zijn niet voorzien van een dergelijk smeermiddel waardoor de remdrukpompen onherstelbaar kunnen beschadigen. De in het systeem geplaatste afdichtringen (onder andere de bekende “O”ringen) zijn van een speciale samenstelling. Bij gebruik van andere dan Castrol RR363 vloeistoffen zullen deze afdichtringen chemisch oplossen waardoor er “slutch” in het systeem terecht komt en er verstoppingen kunnen ontstaan.
Sommige oudere modellen (vóór chassisnummer 15630, februari '73, invoering Castrol RR363 vloeistof) zijn voorzien van een op het remreservoir geplaatst label waarop DOT 3 of DOT 4 staat vermeld. Ook deze auto's moeten voorzien worden van Castrol RR363. Het aangebrachte label is na de invoering van Castrol RR363 achterhaald en zou in het verleden door de dealers verwijderd moeten zijn (fabrieksmodificatie).
Voor verdere informatie over de hydraulische vloeistof verwijs ik u naar de betreffende pagina.
|
|