Het hydraulische systeem:

Hoofdmenu hydraulica Het gehele hydraulische systeem Het Remsysteem Het Hoogteregelingssysteem De vloeistofdrukvoorziening Verversen en ontluchten De hydraulische schema's

De vloeistofdrukvoorziening:

Menu vloeistofdrukvoorziening Introductie Samenhang componenten Componenten:    Accumulators    Pumps      Reservoir

Introductie op het vloeistofdruksysteem

De schema-componenten van de drukvoorziening
Vanuit het reservoir dat uit twee aparte compartimenten bestaat, loopt de vloeistof naar de vloeistofdrukpompen die zich op de motor bevinden. Deze pompen worden aangedreven door de nokkenas van de motor. De remvloeistof wordt op deze manier door de pompen op druk gebracht en naar de accumulatoren gevoerd. De vloeistofdrukvoorziening is dubbel uitgevoerd om een geheel gescheiden remsysteem te creëren.
De accumulator bestaat enerzijds uit een bol die door middel van een membraan in twee delen is gesplitst. In het onderste gedeelte bevindt zich op druk gebracht gas. Het bovenste gedeelte van de bol is gevuld met de remvloeistof. Doordat de remvloeistof door middel van de pompen op druk komt, drukt deze hierdoor de membraan in de bol naar beneden, tegen de gasdruk in.
De hoogte van de vloeistofdruk wordt bepaald in het bovenste gedeelte van de accumulator, het kleppenhuis. Hierin bevinden zich twee kleppen. De eerste klep is geopend als de vloeistof op druk wordt gebracht. De klep sluit als de juiste druk is bereikt. De tweede klep is een veiligheidsklep. Deze opent als de druk van de vloeistofdruk te hoog oploopt. De vloeistof loopt in deze situatie terug naar het reservoir. De accumulatoren zorgen ervoor dat bij het onverhoopt stilvallen van de motor het rempedaal nog minimaal 50 keer ingetrapt kan worden voordat de remdruk wegvalt.
Het systeem maakt gebruik van Castrol RR363 vloeistof. Deze vloeistof is speciaal voor dit systeem ontwikkeld en heeft onder andere smerende eigenschappen om de bewegende delen van het systeem gangbaar te houden. Er mag onder geen enkele voorwaarde andere vloeistof in het systeem gebruikt worden. Alle wagens van na 1980 (vanaf chassisnummer 50.001) zijn voorzien van een systeem dat gebruik maakt van minerale vloeistof. Dit systeem is herkenbaar aan de groene labels op de verschillende hydraulische componenten. De twee soorten vloeistof mogen nooit worden verwisseld of door elkaar heen worden gebruikt.

 TOP OF PAGE ↑