De Flying Lady: Eleanor Velasco Thornton
Eleanor
Velasco Thornton stond model voor de Flying Lady,
het boegbeeld van de Rolls-Royce Silver Shadow.
Eleanor Velasco Thornton.
Eleanor Velasco Thornton had
een verbintenis met John Walter
Edward-Scott-Montagu, die na 1905 de tweede Lord
Montagu van Beaulieu was. Waaruit de verbintenis
precies bestond vermeldt de overlevering niet.
Wel dat deze geheim was gedurende een jaar of
tien, vooral omdat beiden met de grootste
geheimzinnigheid handelden. John Scott, erfgenaam
voor de titel van zijn vader, was een
auto-pionier in Engeland. Vanaf 1902 was hij de
uitgever van het geïllustreerde blad The Car.
Eleanor V. Thornton was werkzaam als zijn
secretaresse. Hun vrienden wisten van hun hechte
relatie maar zij waren wijs genoeg om er over te
zwijgen.
Een lid van dit kringetje
van vrienden was de beeldhouwer Charles S. Sykes.
In opdracht van Lord Montagu ontwierp hij een
speciale mascotte voor zijn Rolls-Royce Silver
Ghost. Het kleine standbeeld beeldde een jonge
dame uit in fladderende gewaden en met een vinger
op haar lippen. De beeldhouwer had Eleanor
Thornton gekozen als model voor zijn beeldje dat
werd gedoopt tot "The Whisper"
(gefluister).
Lord Montagu had met een
zekere flair een idee uit die tijd opgepakt om
een mascotte op de top van de radiator te zetten.
Dit werd een mode. Rolls-Royce nam meer eigenaren
van hun auto's waar, die deze modegrille volgden,
maar dan wel door met minder stijl te kiezen voor
aardse of zelfs riskante en vulgaire thema's.
In navolging van de opdracht
van Lord Montagu werd Charles Sykes gevraagd een
mascotte te creëren die in de toekomst elke
Rolls-Royce zou kunnen opsieren. In februari 1911
presenteerde hij aan Rolls-Royce de "Spirit
of Ecstasy" die eenvoudig herkenbaar was als
een variant op het thema van The Whisper. De
gelijkenis was niet toevallig omdat voor beide
beelden de beminnelijke Miss Thornton model had
gestaan.
Vanaf toen werd door de
fabriek de Spirit of Ecstasy op elke Rolls-Royce
afgeleverd. De mascotte werd gemaakt met een al
duizenden jaren oude techniek, namelijk die
bekend stond als de "lost-wax-method"
(de verloren was-methode). Bij het toepassen
daarvan werd de mal telkens vernield om het
gietstuk eruit te kunnen krijgen. Dit verklaart
waarom er geen twee figuren precies gelijk waren.
Sykes die werd geassisteerd door zijn dochter Jo,
bleef vele jaren verantwoordelijk voor de
fabricage van de Spirit of Ecstasy. Elke unieke
creatie kreeg zijn handtekening mee op het
onderste deel van het voetstuk. De beeldjes
werden getekend met "Charles Sykes, February
1911" of soms "Feb 6, 1911" of
"6.2.11". Zelfs toen Rolls-Royce in
1948 het gieten van de figuurtjes had
overgenomen, bleef elke Spirit of Ecstasy tot 1951
voorzien worden van deze inscriptie.
Van 1911 tot 1914 werd de
Spirit of Ecstasy verzilverd. Vandaar dat velen
veronderstelden dat het een massief stuk kostbaar
metaal was. Dit leidde overigens tot frequente
diefstallen. De samenstelling werd gewijzigd in
een tot hoogglans opgepoetste nikkellegering. In
de kleinere uitvoeringen heeft de
radiatordecoratie in deze nieuwe samenstelling
standgehouden op elke Rolls-Royce tot aan de
hedendaagse Rolls-Royces toe.
Door de jaren heen zijn er
vele veranderingen doorgevoerd. Zo werden de
mascottes voor de Rolls-Royce auto's van de
fabriek in Springfield in de USA gewijzigd. De
oorspronkelijke uitvoeringen raakten de
motorkapranden als de kappen werden geopend
zonder eerst de mascottes een kwartslag gedraaid
te hebben. Door ze een beetje verder voorover te
laten buigen, waren ze niet langer een gevaar
voor de motorkap.
Royce toonde zich niet
enthousiast voor de Spirit of Ecstasy. Hij vond
haar maar een modieuze prul en mopperde dat ze de
zuivere lijn van de boog van de auto bedierf. De
opdracht om het beeldhouwwerk te creëren werd
gegeven in de periode dat de hoofdingenieur
vanwege ziekte afwezig was. En zo werd het een
gewoonte dat de Rolls-Royces die door Royce
werden gebruikt, zelden werden gereden met een
mascotte op de plecht.
Toen tegen het einde van de
jaren twintig de nieuwe lijnen van de Sports
Saloon de hoogte van het koetswerk reduceerden,
werd Royce ingegeven om een lagere variant van de
Spirit of Ecstasy te realiseren. De bestuurder
zou voordelen hebben bij deze verandering, omdat
hij een beter zicht zou hebben zelfs met het
windscherm en de zitpositie lager. Sykes schiep
een knielende versie van de mascotte, die aan
deze wens tegemoet kwam. Toen het eerste
exemplaar gereed was, toonde het voetstuk de
inscriptie "C. Sykes, 26.1.34".
De knielende versie bleef na
de tweede wereldoorlog ook de nieuwe Silver
Wraith en Silver Dawn sieren. Alle daaropvolgende
modellen werden echter gesierd met een staande
mascotte, hoewel die nu wel in maatvoering
aanzienlijk was gereduceerd vergeleken met de
oudere exemplaren.
In 1920 nam Rolls-Royce deel
aan een wedstrijd in Parijs voor de meest
toepasselijke mascotte in de wereld. Dit deed men
met een vergulde Spirit of Ecstasy. Ze wonnen de
eerste prijs. Vanaf dat moment waren op speciale
bestelling tegen extra betaling af-fabriek ook
vergulde exemplaren beschikbaar.
Veiligheidsvoorschriften in
enkele landen werden meer en meer een
struikelblok voor het plaatsen van de Spirit of
Ecstasy. Ze werd gekwalificeerd als een scherp
metalen uitsteeksel van het koetswerk dat een
slachtoffer van een verkeersongeval zou kunnen
verwonden. Om die reden werd in Zwitserland in de
tweede helft van de zeventiger jaren het
installeren van een mascotte op Rolls-Royces
verboden. Kopers in Zwitserland van een nieuwe
Rolls-Royce troffen hun mascotte bij aflevering
aan in het handschoenenvakje. Dit probleem was
opgelost bij de Silver Spirit en Silver Spur
(vanaf 1980). Bij de geringste aanraking van de
Spirit of Ecstasy verdween deze in het
radiatorhuis waardoor geen verwondingen zouden
kunnen ontstaan. Deze oplossing doorstond alle
veiligheidsvoorschriften.
De dame die model stond voor
de radiatordecoratie, zou het succes ervan nooit
beleven. Eleanor Thornton verloor het leven toen
op 30 december 1915 het stoomschip Persia op haar
weg naar India bij Creta door een Duitse
onderzeeër werd getorpedeerd. Ze werd op die
reis vergezeld door Lord Montagu die de opdracht
had gekregen een commando over te nemen in India.
Men dacht dat hij eveneens was gedood, maar hij
overleefde en werd enkele dagen later door een
ander schip gered. Op zijn reis terug naar
Engeland las hij in de kranten in de dodenlijsten
de berichtgeving van zijn eigen overlijden.
|